Excursie vogel- en plantenwerkgroep Uiterwaarden Brakel – zondag 16 april 2023
Verslag door Mieke
We verzamelen bij de batterij van Brakel en maken eerst een klein rondje langs deze batterij. De luid-zingende Cetti’s zanger laat al gauw van zich horen. Verder cirkelt in de verte een buizerd in de lucht en zingt de rietzanger zijn hoogste lied in de rietkraag rond de batterij. De gaten in de pollen van omgevallen bomen in de gracht rondom de batterij vertonen weinig leven; in het verleden had je hier wel eens kans op een ijsvogel, maar vandaag niet. Wel zien we hoog in de bomen een aantal groenlingen dartelen, een soort krijgertje in de lucht.
Al gauw voegen Chantal en Niels zich bij ons: ze waren door een peloton wielrenners opgehouden. Samen zien we nog de broedende Canadese ganzen, de holenduif en horen we de zwartkop, de tjif-tjaf en de fitis zingen. Een paar bergeenden houden het voor gezien: die vliegen weg. Later zullen we nog veel meer bergeenden zien in de uiterwaarden: het blijven prachtige vogels!
In de gracht zwemmen ook enkele kuifeenden en een meerkoet. Verder zien we een zwarte kraai, wat kauwtjes – die zijn zelden alleen – en horen we een zanglijster zingen. Als we weglopen, komt er net een mannetjesfazant aan gefladderd. Enkelen van ons zien boerenzwaluwen.
We zijn inmiddels met zijn tienen; twee personen (Beppie en Guido) zijn op de fiets gekomen. De rest met de auto. Trix en Steven stellen zich aan de rest voor: twee nieuwe gezichten. Dan zijn nog Jenny, Dirk, Arnout en Mieke van de partij.
Tijd om de uiterwaarden op te zoeken: daar zien we twee torenvalken in de lucht, enkele nijlganzen in het gras en prachtige kluten foerageren in het water. Vlakbij de kluten zit een mantelmeeuw, vermoedelijk de grote – maar we zien de poten niet, dus houden we het voorlopig op de grote mantelmeeuw (heeft roze poten en de kleine gele). Meeuwen blijven lastig qua determinatie.
De kieviten zijn ook druk in de weer: je hoort hun roep en ze voeren ook afleidingsvluchten uit. Laten we vooral ook oog blijven houden voor de ‘gewone’ soorten, zoals de wilde eenden en de knobbelzwaan. Een wolk van ongeveer 15 kleine vogels in de lucht vlakbij een steile zandmuur wordt gemakshalve tot oeverzwaluwen gedoopt. Wellicht geheel terecht, maar zonder telescoop is het toch een beetje een gok. We zien een graspieper, keurig zittend op een van de paaltjes van de prikkeldraadomheining. In de verte vliegt een aalscholver – deze mag niet aan de lijst ontbreken.
Jenny trakteert ons op heerlijke cake met een beetje kokos erin. Zij had gehoor gegeven aan Dirks oproep om iets lekkers voor onderweg mee te nemen. Later gaan de vertrouwde speculaasjes van Dirk ook rond, maar bij sommigen kunnen deze de concurrentie met de cake niet aan.
Dan loopt een deel vooral landinwaarts te kijken en zien Beppie en Mieke een zeer grote roofvogel met lange vleugelpennen parallel aan de Waal richting Loevesteijn vliegen: we houden het op een zeearend. Alle vogels vliegen ook op zodra de vogel zich in hun buurt vertoont – kennelijk gaat er een flinke dreiging van deze gigant uit. De rest van de groep heeft intussen een veel betere blik kunnen werpen op de oeverzwaluwen: een enkeling was al bezig een nest in de wand uit te kiezen. Ook zag men een blauwe reiger. Eigenlijk is iedere waarneming steeds weer een feestje!
Langs de Waal zien we enkele scholeksters en een fuut – deze kan echt erg lang onder water blijven! We lopen langs de Waal westwaarts (richting Zaltbommel) en zien in een nevengeul smienten, krakeenden, horen een wulp en zien een slobeend in de verte en een zeer goed gecamoufleerde wintertaling, geheel alleen. In de bomen achter ons twetteren de nodige spreeuwen en het gekwebbel van de boerenzwaluwen boven het water klinkt ook heel gezellig. In de verte duiken visdiefjes, op zoek naar eten.
In de bramenstruiken laat zich een merel zien: de eerste op deze wandeling! Ook zijn koolmezen gesignaleerd en zien en horen we een stuk of 6 kneuen; deze vliegen kort daarna langs. Tot slot zien Arnout en Mieke een witte kwikstaart en helemaal aan het einde van de wandeling hoort Mieke nog de tune van een boomkruiper – deze laat zich echter niet zien.
De kluten lieten zich iets eerder wel heel mooi zien, toen we naar de auto terugliepen.
Opgeteld hebben we 45 vogelsoorten gezien: een prachtige score voor deze wat sombergrijze en kille ochtend. Daarnaast zagen we een kleine bruine steltloper, maar daar konden we helaas geen naam aan plakken. We misten de telescoop.
Ondertussen is onderweg ook gekeken naar met name bloeiende planten. En dat waren er toch best veel: velden vol pinksterbloemen in het weiland, dotterbloemen bij de Batterij en kleine veldkers, hondsdraf, madeliefjes, grasmuur. Ook twee soorten dovenetel: de witte en de kleinere paarse. Bloeiend fluitekruid, paardenbloem, scherpe boterbloem, smeerwortel en smalle weegbree. Kraailook zagen en proefden we ook – al bloeide deze (nog) niet. Dan stonden er nog prachtige uitgebloeide kaardebollen in de wei. Voorts knoopkruid, glad walstro, knolboterbloem – met kenmerkend teruggeslagen kelkbladeren – klein kruiskruid en krulzuring.
De romig gele speenkruidbloemen waren ook te zien; de witte akkerhoornbloem, de veldzuring en de veldsla met piepkleine lichtblauwe bloempjes. Hiervan is onze gekweekte veldsla afkomstig. Herderstasje, reigersbek, zandraket en bereklauw: de lijst is niet volledig maar de botanici onder ons hebben reuze hun best gedaan. Het blijft schipperen tussen vogels in de lucht en in de verte spotten en ondertussen al die piepkleine kruiden en de wat grotere planten proberen te determineren. Veld-ereprijs werd gezien en ook het zeer zeldzame kale breukkruid: een plat op de grond groeiende plant, die hier in ieder geval goed vertegenwoordigd was. Vlak naast deze zeldzame soort stond ook een pluk muurpeper: een prachtig kleurrijk vetplatje, wat ook op daken en tussen tegels bloeit.
Tot slot nog een vroegeling, bijna uitgebloeid, en zeepkruid. Dit waren de 31 genoteerde plantensoorten.
Niels had nog een witte paddestoel gevonden: determinatie thuis leverde een voorzichtige aanduiding op: zilveren ridderzwam. Een edele afsluiting van de wandeling.
Het was weer een fijne en mooie excursie!