“Het zit wel snor vanavond!”
Om acht uur ’s avonds heeft zich een groep van ongeveer 20 mensen verzameld bij de batterij onder Brakel, een oud verdedigingswerk uit ca. 1880 omringd door een gracht waar onder andere ijsvogels in de oeverwand nestelen.
Arnout de Mooij van de Natuurwacht Bommelerwaard heet iedereen welkom. Hij vertelt dat de Boezem van Brakel een Natura 2000 gebied is met een beschermde status, onder meer vanwege de aanwezigheid van de zeldzame kamsalamander. Daarna legt hij uit dat het vooral om de vogelzang en vogelgeluiden gaat vanavond. Dus iedereen mag roepen als ze een vogelgeluid denken te horen. Met een beetje geluk horen of zien we ook de roerdomp en de blauwborst… Maar dat zat er vanavond niet in.
Sommige vogels zijn de hele avond actief, zoals de Cetti’s zanger, de zanglijster en de tjiftjaf. Andere laten zich maar heel af en toe horen, zoals de alarmroep van de grote bonte specht of de indringende kreten van het vrouwtje van de koekoek. Het is gelukkig droog – de hele dag was het miezerig en koud, maar nu schijnt er zelfs een zonnetje tussen acht en negen uur ’s avonds! De weergoden zijn ons gunstig gezind.
We zien en horen enorm veel, maar het ratelende, snorrende geluid van de snor: dat is wel heel bijzonder volgens gidsen Arnout en Cassandra. Alle andere vogelgeluiden verbleken hierbij. Even later blijken er meerdere snorren in dit gebied te wonen: de teller gaat naar drie!
We zien de bruine kiekendief jagen, horen behalve de snor ook de waterral: een staccato tikkend geluid. In de verte lacht een groene specht en soms – voor de goede kijkers en kijkenden onder ons – kun je het kleine boomkruipertje tegen de wilgen langs het dijkpad zien opkruipen. Hun roep is een soort blije tune. In het begin zagen we hoog in de boom een mooi door de late avondzon beschenen groenling: deze vogel maakt een zagend krasserig geluid – een beetje zeurderig. In tegenstelling tot de zwartkop en de tuinfluiter: deze twee vogels lijken qua zang best veel op elkaar. De tuinfluiter heeft een wat snellere meer brabbelende zang – maar dat is echt voer voor gevorderden!
Vlakbij de boomkruiper zag een van de deelnemers een bever in een kleine poel rondzwemmen: ook heel leuk natuurlijk! En een andere persoon attendeerde ons op een mooie reebok in het weiland – deze vluchtte weg voor mensen met loslopende honden.
Spreeuwen zijn geweldige imitators: ze kunnen soms zelfs de ringtone van je mobiel na-apen in hun rijke en gevarieerde zang. Zanglijsters doen ze ook na – kortom: het is wel opletten geblazen als je op de vogelgeluiden afgaat. Deze gespikkelde vogels kunnen je mooi foppen!
We zagen ook de nodige stillere vogels: wilde eenden, kuifeenden, meerkoet, krakeend, bergeend en blauwe reiger. Deze zwommen of vlogen geruisloos – alleen de waterhoen maakte veel kabaal, in een watertje pal achter de bever. Misschien reageerde deze watervogel op de te opdringerige bever? Wie zal het zeggen.
Natuurlijk zijn ook de wat meer bekende stadse parkvogels van de partij: merel, koolmees, vink, pimpelmees, roodborst, winterkoning, kauwtjes en de – al eerder genoemde – zanglijster. Naast de jagende bruine kiekendief zien we een aantal keer een torenvalk langsvliegen en in de verte roept een vliegende buizerd, een soort miauw is het. In de verte laat het mannetje van de fazant zijn schorre roep horen en kieviten maken allemaal duikvluchten om iedereen bij het nest weg te houden.
In het riet horen we ook de rietzanger en de kleine karekiet: net als bij de zwartkop en de tuinfluiter lijkt de zang van deze twee vogels best veel op elkaar. Alleen door eindeloos in het veld te oefenen kun je ze leren onderscheiden. De rietgors heeft een heel saai liedje, eigenlijk alleen een soort intro, maar deze vogel valt op door steeds even op te vliegen en dan weer een stukje verderop op een riethalm te gaan zitten.
In het grasland zijn de grasmus en de veldleeuwerik te horen en zien: als een veldleeuwerik zingt, hangt ie hoog in de lucht en al zingend zakt ie steeds wat lager. Heel melodieus: echt iets dat bij het voorjaar hoort! Net als het gieren van de alsmaar vliegende gierzwaluwen: begin mei zijn ze terug gekomen uit Afrika om hier te broeden. Begin augustus moeten de jongen alweer mee vliegen naar Afrika, om daar te overwinteren. Een fascinerend fenomeen, de vogeltrek.
Het was een prachtige avond met veel leuke en mooie vogels! De opsomming in dit verhaal is niet compleet, maar geeft meer een soort indruk van wat we allemaal gezien hebben. Aan het eind van de wandeling, als het al flink begint te schemeren, zien we ook nog gevleugelde zoogdieren: de vleermuizen.
We hebben bijna 40 verschillende vogelsoorten gezien en gehoord – voor sommigen is zo’n vuurdoop wel veel, maar het is gewoon een kwestie van lekker naar buiten blijven gaan en oren en ogen openhouden. Beetje bij beetje leer je dan vanzelf steeds meer vogels herkennen: echt een feestje!
Vrijdag 3 mei, aanvang 20.00u (duur: ongeveer anderhalf uur)
Startpunt: Munnikenlandse Waalkade ter hoogte van de Batterij onder Brakel en Pompstation Dunea
Deelname: Gratis
Contactpersoon: Arnout de Mooij, 0652064637
Rietzanger
In het rietmoeras van de Boezem van Brakel houden zich vele vogels schuil. Sommigen laten zich bijna nooit zien, maar des te beter horen. Zoals de snorrende snor en de hoempende roerdomp. ‘s Avonds zwelt het zangkoor aan. Neem je verrekijker mee als je die hebt.
Zaterdag 20 april aanvang 7.00u (duur: ongeveer twee uur)
Startpunt: Munnikenlandse Waalkade ter hoogte van de Batterij onder Brakel en Pompstation Dunea
Deelname: Gratis
Contactpersoon: Arnout de Mooij, 0652064637
Gele kwikstaart, man
Het Munnikenland is een van onze mooiste natuurgebieden. Uit het riet klinken tal van vogelgeluiden: blauwborst, rietzanger, roerdomp, waterral. Vele eenden en steltlopers foerageren in de ondiepe plassen. Spannend om ze allemaal op te zoeken.
Arnout de Mooij, Cassandra van Altena en Mieke Tromp Meesters rijden tijdig op de fiets (goed voor het milieu en de conditie!) vanuit Zaltbommel naar de zandwinningsput, die sinds enige tijd een natuurbestemming heeft gekregen. Natuurmonumenten doet het beheer.
Voordat we aankomen stoppen we even voor de prachtig op paaltjes zittende roodborsttapuit-mannetjes, die uit volle borst hun ietwat krasserige lied zingen. De fietsen worden keurig tegen het toegangshek aan geparkeerd en we kijken en luisteren alvast. De eerste deelnemer staat in het grasveld de omgeving af te speuren. We zien en horen heggenmussen, een Cetti’s zanger en ook in de verte een groene specht. Langzaam voegen de overige deelnemers zich bij ons: de groep groeit aan tot precies 20 personen (en twee honden – uiteraard aangelijnd).
Arnout geeft wat informatie over dit natuurgebied en dan gaan we even een stukje naar het landbouwgebied om de roodborsttapuit te zoeken. We vinden vooral een vrouwtje, dat door een ijverige werker, die met zijn bestelbus langsreed, wordt verjaagd. Later laat zich toch nog een mannetje roodborsttapuit zien – voor degene die geluk heeft om m op tijd in de kijker te krijgen.
De tjiftjaf is ook weer in het land en laat goed van zich horen! Verder zien we de nodige zwarte kraaien, een blauwe reiger statig wegvliegen en veel grauwe ganzen, die samen met enkele nijlganzen verderop in het weiland hun buik vol grazen. Op de 35 meter diepe zandput, nu een meer, zwemmen knobbelzwanen, kuifeenden, een enkele wilde eend en veel, zeer veel meerkoeten. Wat verderop zwemmen wat krakeenden en een aantal paartjes fuut. We wandelen richting de uitkijkhut aan het einde van het weiland en zien in de verte een grote bonte specht in een boom scharrelen, tegen de stam aangeplakt.
Hier en daar zit een houtduif in de boom en de winterkoning laat nadrukkelijk van zich horen. Onze jongste deelnemer Manne ziet een torenvalk overvliegen. Op de achtergrond is een aantal zanglijsters bezig met hun repetitieve zang, een melodieus geluid. We krijgen ze echter niet te zien. We zien wel een verlate wintergast: een eenzame koperwiek, met een mooie koperkleurige vlek aan de zijkant van zijn vleugel en kenmerkende oogstrepen. Dan vliegt er als een blauwe bliksemschicht een ijsvogel laag over het water. Later ziet een enkeling de ijsvogel nog een keer. Halverwege nemen we een moment van rust, waarbij de meegenomen telescopen worden neergezet om de grote zaagbek eens goed te kunnen bekijken. Dit mannetje zit op zijn gemak de veren te poetsen. Op de achtergrond horen we pimpelmeesjes en ook koolmezen zijn in de struiken gesignaleerd, evenals de merel. Er vliegt een vlucht watervogels over: voorop een paartje slobeend, gevolgd door ruim dozijn smienten. In de verte is een aalscholver te zien – maar ook vaak niet te zien: als we de kijker in de aanslag brengen, duikt ie snel onder water. De telescopen worden weer netjes ingepakt en op de rug gehesen door Arnout en Cassandra en we lopen rustig richting de start terug. Onderweg vliegen er nog enkele Grote Canadese ganzen langs en hoog in de lucht cirkelen enkele buizerds.
Onderweg zagen/hoorden we ook nog de waterhoen, de nodige spreeuwen en een enkele vink. De aarzelende zang van de roodborst klonk ook uit de struiken.
De juveniele (mogelijke grote mantel-) meeuw tellen we voor de zekerheid niet mee: jonge, bruingekleurde meeuwen zijn heel lastig op soort te herleiden. Ook de vage duif die op het laatst langs vliegt is te onduidelijk: een holenduif? Of toch een stads- of postduif? Wie zal het zeggen…
We nemen afscheid van elkaar en rijden terug naar huis. Het was een mooie, droge voorjaarsochtend met een prachtige score aan vogelsoorten: 35 stuks!
Door: Bert Vos, coördinator Vogelwerkgroep IVN West-Betuwe
Dinsdag 19 maart, aanvang 20.30 uur (tot ongeveer 22.00)
Locatie: Gasthuiskapel, Gasthuisstraat 34 Zaltbommel
Toegang: Gratis, aanmelden niet nodig
In Kasteel Waardenburg zijn in 2007 ruim 100 nestkasten voor gierzwaluwen geplaatst. Eén van de nestkasten is zelfs beroemd geworden, want het wel en wee van de gierzwaluwen in deze kast is te volgen bij Beleef de Lente. De kasten worden onderhouden door Vogelwerkgroep West-Betuwe. In deze lezing vertelt coördinator Bert Vos over het fascinerende leven van de gierzwaluw, met speciale aandacht voor de gierzwaluwen van Kasteel Waardenburg.
Gierzwaluwen (foto: Arnout de Mooij)