Actueel...
Industrie natuurlijk.
- Details

Watervogels in het Munnikenland... een geslaagde excursie
- Details
Brabants dagblad ma. 21 jan '19
klik op het artikel voor een grotere weergave
Nieuwe Infoborden Kloosterwiel
- Details
foto: Kees Plomp
In samenwerking met de Gemeente Zaltbommel, zijn door de Natuurwacht Bommelerwaard twee nieuwe infoborden gerealiseerd voor De Kloosterwiel. Zaterdag 24 november zijn de infoborden door twee vrijwilligers van de Natuurwacht en Wethouder Gijs van Leeuwen, onthuld. Voor wie De Kloosterwiel een warm hart toedraagt wellicht leuk om even naar de nieuwe borden te gaan kijken.
Nieuwsbrief Kloosterwiel
- Details
De nieuwsbrief Kloosterwiel okt. 2018 is uit.
Wat er te zien is en wat er gedaan wordt, is de inhoud in een notendop. Hoe dan ook weer de 'moeite' van het lezen waard.
Klik hier om de nieuwsbrief te lezen
Klein lief grasje.
- Details
Zo'n plantje dat je voorbij loopt zonder er naar te kijken. Teer, klein en lief. Tussen de tegels, op de stoeprand, vaak versleten voor bocht. Weggebrand door de bestrijdingsmiddelloze gemeentemedewerkers. Maar het houdt heldhaftig stand.
Klein liefdegras (Eragrostis minor). De Nederlandse naam een bijna perfecte vertaling van de wetenschappelijke. Eros, liefde. Agro, veld (en dat slaat op gras). Minor, klein.
Klein liefdegras staat nu nog te boek als zeldzaam maar lijkt met een opmars bezig. Oorspronkelijk is het een plant uit het Middellandse zeegebied. Sinds 1896 is het bekend dat de plant in Nederland is. Je komt het grapje vooral tegen in stedelijk gebied. Met name in de zuidelijke helft van Nederland. Als het eenmaal ergens gevestigd is, gaat het niet zomaar weg. Hij profiteert van het iets warmere klimaat (vooral in de steden). Ik ben er wel blij mee, zolang het tussen de staatstenen groeit. Dan is het niet zo'n dooie boel. En hoe kan je er met zo'n naam en zo'n mooi aartje nou niet van houden?
tekst en foto: Dirk Muller
Zomaar een avond in juni
- Details
Dijk langs de Waal. Gemeente Zaltbommel.
Wat is er gebeurd na het maaien begin mei?
- Hondskruid
- Beemdkroon
- Grote centauri klik hier voor grote afbeelding
- Beemdooievaarsbek
- Veldsalie
Deze zijn gelukkig alsnog en nogmaals in bloei gekomen. Vijf zeldzame plantensoorten, ze staan er. Ná het vroeg maaien van de dijk. Als er later was gemaaid, waren ze er nu niet meer. Voor met name Hondskruid is het vroege maaien een gelukje geweest. Die was nog niet boven de grond.
Wat is goed? Wanneer kan je het beste maaien? Heel vroeg? wachten tot half juli? Of toch begin juni?
In ieder geval ziet de dijk er nu kleurig en gevarieerd uit. Insecten vliegen af en aan, sprinkhanen laten zich horen. Ik kan er wel van genieten.
Tekst en foto's: Dirk Muller
Duivelswerk
- Details
Opkomend uit het niets, in innige omarming met de brandnetel. Draad na draad omwindt hij zijn slachtoffer. Waar hij contact maakt met zijn schijnvoetjes dringt hij het vaatweefsel binnen om zich tegoed te doen aan de voedingstoffen die door de bastvaten van de brandnetel vloeien. Zuigt hem leeg, zodat hij zelf kan groeien. Het Duivels Naaigaren.
Of als je het iets vriendelijk zegt, Groot warkruid (Cuscuta europaea). Een echte parasiet. Zonder gastheer kan deze eenjarige plant niet overleven. Zodra de zaadjes kiemen krijgen ze eerst een worteltje en stengel. Met wat geluk is dat in de buurt van een brandnetel. Hij groeit en vormt schijnvoetjes (hautoriën) waarmee hij in de stengel van de gastheer boort. Als dat gebeurt, sterft het eerder gevormde worteltje af en is de plant volledig afhankelijk van zijn gastheer. Zelf maakt hij geen voedingstoffen hij steelt ze van zijn gastheer.
Voor de verspreiding is hij afhankelijk van de rivieren en geschikte gastheren. Daarom maakt hij heel veel kleine zaadjes. Ze vallen uit de bloemetjes of verspreiden zich via de poep van dieren die de gastheer eten. En zo begint het jaar erna het duivelswerk opnieuw.
De naam wetenschappelijke naam van dit kruid laat zich niet eenvoudig verklaren. Cuscuta stamt waarschijnlijk uit het Italiaans. Op Corsica is de naam coscuta nog steeds in gebruik voor het warkruid.
Tekst en foto's: Dirk Muller
Moeras moeras moeras.
- Details
Moerasrolklaver, moeraswalstro, moeraswespenorchis (ook heel erg mooi), moerasandoorn, moerasspirea, moeraskartelblad, moerasslak, moerassprinkhaan. Het moeras is rijk aan soorten.
Soorten die typerend zijn voor moeras gedijen het beste in een vochtige, drassige omgeving. Dit in tegenstelling tot de mens die graag begaanbare paden heeft en weilandjes waar je doorheen kunt lopen zonder natte voeten te krijgen. Gelukkig maar.
De vegetaties met bijbehorende diersoorten zijn door hun groeiplaats namelijk ook kwetsbaarder dan andere. Eenmaal belopen zie je in drassige terreinen nog lang een spoor. Maar wie het wel aandurft en weet waar zijn of haar voeten wel en niet te plaatsen, levert het een schat aan mooie planten en dieren op.
Zoals de moerassprinkhaan (Stethophyma grossum). Een soort van vochtige, natte weilanden. Je herkent hem onder andere aan de rood gekleurde achterpoot. Ook zijn karakteristieke geluid verraad zijn aanwezigheid. Het lijkt op het knippen met de vingers. Hij is niet te missen... als je weet waar je hem kan vinden. Bijvoorbeeld in de Lieskampen.
tekst en foto: Dirk Muller
Vlinders in de klas
- Details
ieuw, jakkes, vies!
"Groep 6 van De Leiboom is op excursie geweest in het Kloosterwiel samen met 2 actievoerders van de natuurwacht..."
Lees hier het hele verhaal
Boksbaard
- Details
Mooi in bloei, mooi erna. Niet veel planten blijven decoratief nadat ze uitgebloeid zijn. Maar de boksbaard, decoratief in knop, in bloei, als de bloemen in de loop van de dag weer sluiten en als ze uitgebloeid zijn. En de dijken staan er vol mee. Vooral in het stuk tussen Zaltbommel en Hurwenen. De boksbaard is een volksnaam voor de Gele morgenster (Tragopogon pratensis). De gele, samengestelde bloem opent in de morgen en sluit zo tegen het middaguur weer. Je vindt hem bij ons met name op de dijken maar van oorsprong is het een weideplant. In oude hooilanden kan je hem nog terugvinden. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de stukken glanshaverhooiland op het eiland bij de nevengeul in de uiterwaarden van Hurwenen.
De wetenschappelijke naam bewijst maar weer eens dat de oorsprong niet altijd Latijn is. Tragos betekent in het Grieks geit. Pogon (ook Grieks): van de kroon. Of te wel de kroon van de geit. Waar dat precies op slaat...wellicht is die grijze pluizenbol toch een soort kroon. Er zijn bronnen die menen dat pogon slaat op baard. De dichtgeklapte vrucht ziet er een beetje uit als een sik. Een sik, een kroon, een baard. Een hoop gemekker, bedacht door oude Grieken. Overgenomen door de naar determinatie hunkerende moderne mens. Graas lekker verder en geniet van het geel, het groen en het grijs.
Pijporgel tussen de stenen.
- Details
In de stad Zaltbommel zijn de echte stadsplanten weer tot bloei gekomen. Planten op muren, tussen de voegen van stoepjes en de straat en op plaatsen waar ze (tijdelijk) met rust gelaten worden. Een van die planten is het Marjoleinbekje (Chaenorhinum origanifolium). Een zeldzame verschijning die sinds 1990 af en toe wordt waargenomen in stedelijke milieus. Hij groeit daar voornamelijk op kalkrijke muren en vol in de zon.
Dit mooie plantje heeft een leuke wetenschappelijke soortaanduiding, organifolium. Vermoedelijk slaat dat op de mooie gevouwen bloemblaadjes die als orgelpijpen omhoog staan. Organi betekent in het Latijn pijporgel en folium blad. Klinkt mij als muziek in de oren.
Witte schoonheid
- Details
Het groene gebiedje aan De Beersteeg in Zaltbommel is klein maar fijn. Door het kwelwater is er een mooie waterkwaliteit in het gebied. Dat zie je aan de soorten die er groeien. Waterviolier en Fijne waterranonkel kleuren momenteel het slootje aan de oostkant wit. Een lust voor het oog. En dat direct aan de rand van Zaltbommel.
Tekst en foto's: Dirk Muller
Vlinders in de klas
- Details
“Jaaaa, daar gaan ze!”
Groep 6 van “CBS De Leiboom” staat op het grasveld naast hun school rondom de vlinderbak.
Er zijn twee vlinders uit hun pop gekropen en nu mogen de kinderen de vlinders vrijlaten. Lot en Gerda, leden van de vlinderwerkgroep Natuurwacht Bommelerwaard, hebben in groep 6 en 7 een aquariumbak met poppen, rupsen en eitjes neergezet en een les gegeven over vlinders. Het doel is om kinderen te leren goed voor vlinders te zorgen, daarvoor moet je eerst wat weten over vlinders!
De aandacht van de kinderen is meteen gevangen door de vlinderbak. Daar kunnen lessen en plaatjes niet tegenop!
Daarom nemen Lot en Gerda groep 6 mee op vlinderexcursie in het Kloosterwiel. Heel veel vlinders zijn er helaas niet te zien, maar er is genoeg moois om over te vertellen: de spinselnesten van de stippelmot oogsten veel bewondering. Ze zien ook een nest van de processierups: gauw doorlopen maar.
Het vlinderproject op De Leiboom loopt nog tot half juni, dan zijn de laatste rupsen uit de bak vlinders geworden!
Rond die tijd start hetzelfde project op “OBS De Spelwert”, maar dan bij twee kleuterklassen.
tekst en video: Lot en Gerda
De stijl
- Details
Het is bijna zover. Mei komt er aan. En dat betekent ook de toptijd van de meidoorn. In vervlogen tijden, voor de uitvinding van het prikkeldraad in 1873 en met name voor de eerste wereldoorlog, waren meidoorns niet weg te denken uit het landschap. Deze erfafscheidingen en veekeringen van gevlochten meidoornhagen sierden in het voorjaar het land en de uiterwaarden. Toen het prikkeldraad na de eerste wereldoorlog op grote schaal geproduceerd kon worden zagen boeren al snel in dat het veel tijd zou schelen als je die hagen zou vervangen voor het prikkeldraad. Behalve dan in de uiterwaarden. Want het dure prikkeldraad aan paaltjes kon niet zo goed tegen het wassende water. En daar bleven de hagen bloeien. Onderdak geven aan insecten en vogels en een voedselbron voor rupsen en bijen. In Alem staan ze er nog in de uiterwaarden. Wel iets anders onderhouden dan vroeger maar toch. Ze bloeien en scheiden weilandjes af. En dat is in deze tijd van het jaar genieten.Er zijn twee soorten meidoorn en als je er langs loopt moet je er maar eens naar kijken. De eenstijlige (met maar één stijl) en de tweestijlige. Op de foto staat er een eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna). Gedoornd en bloeiend in mei laat de Nederlandse naam weinig te raden over. Monogyna slaat ook op het eenstijlige, de afleiding van Crataegus is niet goed te achterhalen. Maar stijlvol zijn ze wel. En mooi!