Zo'n plantje dat je voorbij loopt zonder er naar te kijken. Teer, klein en lief. Tussen de tegels, op de stoeprand, vaak versleten voor bocht. Weggebrand door de bestrijdingsmiddelloze gemeentemedewerkers. Maar het houdt heldhaftig stand.
Klein liefdegras (Eragrostis minor). De Nederlandse naam een bijna perfecte vertaling van de wetenschappelijke. Eros, liefde. Agro, veld (en dat slaat op gras). Minor, klein.
Klein liefdegras staat nu nog te boek als zeldzaam maar lijkt met een opmars bezig. Oorspronkelijk is het een plant uit het Middellandse zeegebied. Sinds 1896 is het bekend dat de plant in Nederland is. Je komt het grapje vooral tegen in stedelijk gebied. Met name in de zuidelijke helft van Nederland. Als het eenmaal ergens gevestigd is, gaat het niet zomaar weg. Hij profiteert van het iets warmere klimaat (vooral in de steden). Ik ben er wel blij mee, zolang het tussen de staatstenen groeit. Dan is het niet zo'n dooie boel. En hoe kan je er met zo'n naam en zo'n mooi aartje nou niet van houden?
tekst en foto: Dirk Muller