Om 9:45 kwamen Dirk en Mieke aanrijden en stond Lot er al, met een indrukwekkend fototoestel in de aanslag. Later sloten Karen en Guido aan, evenals Richard en Marion en Gerard en Gea. Tom kwam precies aanrijden om 10 uur, de vertrektijd. Prima timing dus.
Het is een stralende, zonovergoten dag. Wel wat frisjes, dus handschoenen zijn geen overbodige luxe.
Het terrein is behoorlijk veranderd: een groot deel is afgezet met hekken om wat paarden de ruimte te geven. Maar goed: vanwege de vrij hoge waterstand laten we dat terrein even voor wat het is en lopen we richting Maas. De eerste vogels, zowel in de lucht als op het water, dienen zich al aan: een zwarte kraai, een houtduif, de nodige spreeuwen, merels, koolmezen, pimpelmezen. Een flinke groep kolganzen (36 stuks telde Tom er) vliegen over. En in de plas links van ons: 2 futen, meerkoeten, smienten, wilde eenden, krakeenden, aalscholvers.
We lopen een stukje verder en horen de schreeuw van de buizerd – later zien we deze ook mooi in de vlucht. Weliswaar vrij klein van stuk, volgens Dirk, maar ja: daar doe je als buizerd niet veel aan. Dan schiet er laag over het water een ijsvogel voorbij. Deze gaat op een laaghangende tak zitten en is nog minutenlang te bewonderen, gelukkig. Alleen een mooie foto ervan maken blijkt toch lastig.
We zien kuifeenden, bergeenden en tussen het struikgewas ook een heggenmus. We horen de alarmroep van een winterkoning; later laat deze zich ook zien. Tussen de bergeenden en nijlganzen zit iets bruins: nog te ver weg om goed te kunnen zien. Misschien gewoon een stuk hout? Nee: het blijkt een Casarca te zijn: een mooie oranjebruine halfgans. Een vrouwtje, weet Tom. Werkelijk heel bijzonder: voor velen van ons de eerste keer dat ze deze roestgans zien!
Aan de overkant van de plas van de Casarca beent een ooievaar en er zitten ook de nodige blauwe reigers. Boven het water en erin zitten diverse meeuwensoorten: de zilvermeeuw, de stormmeeuw – gekenmerkt door de blauwgrijze poten in de winter! – en de kokmeeuw. Ondertussen scharrelen er wat roodborstjes en een mannetje gewone vink rond op het land, tussen de struiken. Een vlucht grauwe ganzen; wat gaaien in de boom. En dan: een BEVER zwemmend in de Maas, gespot door Karen.
We lopen weer rustig richting auto’s en zien twee mooie zanglijsters. Karen hoopt op roodborsttapuiten: die zitten daar geregeld, maar nu dus helaas niet. Een kauwtje vliegt over en we zien een grote bonte specht (vrouwtje, weer). Even later een boomklever: voor een enkeling onder ons de eerste keer. Zo’n eerste keer is altijd leuk! In het bosgebied horen en zien we ook een holenduif. Verderop, na de boomklever, zit een groepje bontgekleurde putters. Guido is zich nergens van bewust en – terwijl de rest door de kijkers op gepast afstand van deze vogels staat te genieten – loopt rustig door. Tot vlakbij de putters. Gelukkig laten ze zich niet zo gemakkelijk opjagen en kunnen de laatkomers ze ook nog bewonderen.
Inmiddels is de rust verstoord door off-the-road motoren, die verderop door het terrein crossen. De grote zilverreigers vliegen daardoor alle vier op. We zien een kramsvogel en later ook een koperwiek – eenlingen, dat is best gek. Meestal zitten deze wintergasten in grote groepen.
Een aantal van ons spot een tweede ijsvogel, en pal daarop vliegt er een torenvalk achteraan. Het water over en het struikgewas in. We horen op die plek wel goudhaantjes, maar deze laten zich niet zien. Tot slot ziet een groot deel van de groep een zwartkop, twee zelfs.
Het is een zeer geslaagde ochtend! Met ruim 40 vogelsoorten, waaronder de zeer zeldzame Casarca, en een bever. Dirk sluit de wandeling af door iedereen te trakteren op een heerlijk speculaasje, mèt amandelschaafsel!