Zomaar een avond in juni
Dijk langs de Waal. Gemeente Zaltbommel.
Wat is er gebeurd na het maaien begin mei?
- Hondskruid
- Beemdkroon
- Grote centauri klik hier voor grote afbeelding
- Beemdooievaarsbek
- Veldsalie
Deze zijn gelukkig alsnog en nogmaals in bloei gekomen. Vijf zeldzame plantensoorten, ze staan er. Ná het vroeg maaien van de dijk. Als er later was gemaaid, waren ze er nu niet meer. Voor met name Hondskruid is het vroege maaien een gelukje geweest. Die was nog niet boven de grond.
Wat is goed? Wanneer kan je het beste maaien? Heel vroeg? wachten tot half juli? Of toch begin juni?
In ieder geval ziet de dijk er nu kleurig en gevarieerd uit. Insecten vliegen af en aan, sprinkhanen laten zich horen. Ik kan er wel van genieten.
Tekst en foto's: Dirk Muller
Duivelswerk
Opkomend uit het niets, in innige omarming met de brandnetel. Draad na draad omwindt hij zijn slachtoffer. Waar hij contact maakt met zijn schijnvoetjes dringt hij het vaatweefsel binnen om zich tegoed te doen aan de voedingstoffen die door de bastvaten van de brandnetel vloeien. Zuigt hem leeg, zodat hij zelf kan groeien. Het Duivels Naaigaren.
Of als je het iets vriendelijk zegt, Groot warkruid (Cuscuta europaea). Een echte parasiet. Zonder gastheer kan deze eenjarige plant niet overleven. Zodra de zaadjes kiemen krijgen ze eerst een worteltje en stengel. Met wat geluk is dat in de buurt van een brandnetel. Hij groeit en vormt schijnvoetjes (hautoriën) waarmee hij in de stengel van de gastheer boort. Als dat gebeurt, sterft het eerder gevormde worteltje af en is de plant volledig afhankelijk van zijn gastheer. Zelf maakt hij geen voedingstoffen hij steelt ze van zijn gastheer.
Voor de verspreiding is hij afhankelijk van de rivieren en geschikte gastheren. Daarom maakt hij heel veel kleine zaadjes. Ze vallen uit de bloemetjes of verspreiden zich via de poep van dieren die de gastheer eten. En zo begint het jaar erna het duivelswerk opnieuw.
De naam wetenschappelijke naam van dit kruid laat zich niet eenvoudig verklaren. Cuscuta stamt waarschijnlijk uit het Italiaans. Op Corsica is de naam coscuta nog steeds in gebruik voor het warkruid.
Tekst en foto's: Dirk Muller
Moeras moeras moeras.
Moerasrolklaver, moeraswalstro, moeraswespenorchis (ook heel erg mooi), moerasandoorn, moerasspirea, moeraskartelblad, moerasslak, moerassprinkhaan. Het moeras is rijk aan soorten.
Soorten die typerend zijn voor moeras gedijen het beste in een vochtige, drassige omgeving. Dit in tegenstelling tot de mens die graag begaanbare paden heeft en weilandjes waar je doorheen kunt lopen zonder natte voeten te krijgen. Gelukkig maar.
De vegetaties met bijbehorende diersoorten zijn door hun groeiplaats namelijk ook kwetsbaarder dan andere. Eenmaal belopen zie je in drassige terreinen nog lang een spoor. Maar wie het wel aandurft en weet waar zijn of haar voeten wel en niet te plaatsen, levert het een schat aan mooie planten en dieren op.
Zoals de moerassprinkhaan (Stethophyma grossum). Een soort van vochtige, natte weilanden. Je herkent hem onder andere aan de rood gekleurde achterpoot. Ook zijn karakteristieke geluid verraad zijn aanwezigheid. Het lijkt op het knippen met de vingers. Hij is niet te missen... als je weet waar je hem kan vinden. Bijvoorbeeld in de Lieskampen.
tekst en foto: Dirk Muller
Vlinders in de klas
ieuw, jakkes, vies!
"Groep 6 van De Leiboom is op excursie geweest in het Kloosterwiel samen met 2 actievoerders van de natuurwacht..."
Lees hier het hele verhaal
Pagina 23 van 30