Moeras moeras moeras.
Moerasrolklaver, moeraswalstro, moeraswespenorchis (ook heel erg mooi), moerasandoorn, moerasspirea, moeraskartelblad, moerasslak, moerassprinkhaan. Het moeras is rijk aan soorten.
Soorten die typerend zijn voor moeras gedijen het beste in een vochtige, drassige omgeving. Dit in tegenstelling tot de mens die graag begaanbare paden heeft en weilandjes waar je doorheen kunt lopen zonder natte voeten te krijgen. Gelukkig maar.
De vegetaties met bijbehorende diersoorten zijn door hun groeiplaats namelijk ook kwetsbaarder dan andere. Eenmaal belopen zie je in drassige terreinen nog lang een spoor. Maar wie het wel aandurft en weet waar zijn of haar voeten wel en niet te plaatsen, levert het een schat aan mooie planten en dieren op.
Zoals de moerassprinkhaan (Stethophyma grossum). Een soort van vochtige, natte weilanden. Je herkent hem onder andere aan de rood gekleurde achterpoot. Ook zijn karakteristieke geluid verraad zijn aanwezigheid. Het lijkt op het knippen met de vingers. Hij is niet te missen... als je weet waar je hem kan vinden. Bijvoorbeeld in de Lieskampen.
tekst en foto: Dirk Muller
Vlinders in de klas
ieuw, jakkes, vies!
"Groep 6 van De Leiboom is op excursie geweest in het Kloosterwiel samen met 2 actievoerders van de natuurwacht..."
Lees hier het hele verhaal
Boksbaard
Mooi in bloei, mooi erna. Niet veel planten blijven decoratief nadat ze uitgebloeid zijn. Maar de boksbaard, decoratief in knop, in bloei, als de bloemen in de loop van de dag weer sluiten en als ze uitgebloeid zijn. En de dijken staan er vol mee. Vooral in het stuk tussen Zaltbommel en Hurwenen. De boksbaard is een volksnaam voor de Gele morgenster (Tragopogon pratensis). De gele, samengestelde bloem opent in de morgen en sluit zo tegen het middaguur weer. Je vindt hem bij ons met name op de dijken maar van oorsprong is het een weideplant. In oude hooilanden kan je hem nog terugvinden. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de stukken glanshaverhooiland op het eiland bij de nevengeul in de uiterwaarden van Hurwenen.
De wetenschappelijke naam bewijst maar weer eens dat de oorsprong niet altijd Latijn is. Tragos betekent in het Grieks geit. Pogon (ook Grieks): van de kroon. Of te wel de kroon van de geit. Waar dat precies op slaat...wellicht is die grijze pluizenbol toch een soort kroon. Er zijn bronnen die menen dat pogon slaat op baard. De dichtgeklapte vrucht ziet er een beetje uit als een sik. Een sik, een kroon, een baard. Een hoop gemekker, bedacht door oude Grieken. Overgenomen door de naar determinatie hunkerende moderne mens. Graas lekker verder en geniet van het geel, het groen en het grijs.
Pijporgel tussen de stenen.
In de stad Zaltbommel zijn de echte stadsplanten weer tot bloei gekomen. Planten op muren, tussen de voegen van stoepjes en de straat en op plaatsen waar ze (tijdelijk) met rust gelaten worden. Een van die planten is het Marjoleinbekje (Chaenorhinum origanifolium). Een zeldzame verschijning die sinds 1990 af en toe wordt waargenomen in stedelijke milieus. Hij groeit daar voornamelijk op kalkrijke muren en vol in de zon.
Dit mooie plantje heeft een leuke wetenschappelijke soortaanduiding, organifolium. Vermoedelijk slaat dat op de mooie gevouwen bloemblaadjes die als orgelpijpen omhoog staan. Organi betekent in het Latijn pijporgel en folium blad. Klinkt mij als muziek in de oren.
Pagina 17 van 24